We raakten aan de praat over het concert. Ik had ervan genoten, hij vond het niet zo best. Het optreden van twee jaar terug in Ahoy viel hem ook al tegen.

'Ja, het kan zo de laatste keer zijn. Dylan en ik zijn beide in de zeventig.'
Hij was een fan van het eerste uur. Vooral Dylans oude werk bekoorde hem. 'Als ik Blonde on Blonde opzet, zie ik weer de beelden van vroeger.' En hij noemde nog een reeks favoriete albums uit de jaren zestig en zeventig.
Ik vertelde hem over wanneer bij mij de vonk van Dylan oversloeg: maart 1998, toen ik de clip van 'Not Dark Yet' op tv zag. 'Not Dark Yet', een song van het veelgeprezen album Time Out of Mind. 'Een van de weinig goede nummers op die plaat', aldus de oude fan.
Ik was het niet met hem eens. Ook niet over bijvoorbeeld Love & Theft (2001) en Tempest (2012). Naar mijn mening meesterwerken, maar volgens de oude man bij lange na niet. De enige recente release die hem aansprak was Another Self Portrait, maar ja, die bevat opnames uit de periode 1969-1971.
Ondanks onze meningsverschillen voelde ik toch een soort verwantschap met de oude man. We zaten als fans van Bob Dylan naast elkaar, alleen was de Dylan van nu voor hem niet veel meer dan een herinnering. Een herinnering aan vroeger.
Op Utrecht CS namen we afscheid. Ik nam de trein richting Veenendaal-De Klomp, hij moest naar Tiel. Bij thuiskomst ging hij vast Blonde on Blonde draaien. Om zo de beelden van vroeger weer op te halen.