In het boek Heb vertrouwen (van Mitch Albom) vertelt rabbi Albert Lewis over een reis naar Israël, kort na de oorlog van 1967. Met een groep ging Lewis naar een gebied aan de noordelijke grens, waar hij tussen enkele verlaten huizen verzeild raakte. In de ruïnes van een vernield huis zag hij een Arabisch schoolschrift liggen. Hij nam het mee naar huis. In het schrift zaten drie kleine zwart-wit fotootjes. Ze waren vies en verschoten.
Jaren later laat hij het schrift met de fotootjes zien aan Albom. Een foto toont een wat oudere vrouw van Arabische afkomst, een andere een besnorde jongeman in pak met stropdas. Op de derde foto staan twee kinderen naast elkaar, waarschijnlijk broer en zus.
Wie het zijn? Dat weet de rabbi niet. 'Ik dacht dat ik misschien op een goede dag iemand zou ontmoeten die dat gezin kende, en dat die de foto’s zou kunnen teruggeven aan de overlevenden.'
Albom begrijpt het niet. 'Vanuit uw religieuze standpunt waren die mensen de vijand.'
'Vijand, ach wat!' reageert de rabbi boos. 'Dit was een gezin.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten