dinsdag 24 mei 2016

Bob Dylan 75 jaar

Vandaag is Bob Dylan jarig: 75 jaar. En dat is zeker een feestje waard. Dylan is een artiest om wie je dankbaar mag zijn. Dat dankbare gevoel kreeg ik in maart 1998, toen ik ‘Not Dark Yet’ hoorde en wist: om deze man kan ik niet meer heen. Sindsdien ben ik fan van hem. 
Met Dylan kun je je hele leven vooruit. Zijn repertoire is omvangrijk en gevarieerd. Ook bevat het oeuvre van His Bobness een ongekende diepgang. Dylan bracht poëzie in populaire muziek. En die stem. Ja natuurlijk, die stem. Door velen bekritiseerd, zelfs vergeleken met een verkouden schaap of een pruttelende uitlaat. Maar bij dat soort kwalificaties schud ik mijn hoofd. Ik hoor hem graag zingen. Zijn zang is echt, doorleefd.
Dylan is ongrijpbaar. Wat voor sommige fans niet altijd leuk is. In de jaren zestig maakte hij de omslag naar elektrische gitaar, wat folkpuristen tegen de borst stuitte. Of wat te denken van eind jaren zeventig, toen Dylan zich bekeerde tot het christendom? Voor veel fans een gruwel. Maar Dylan denkt niet aan status, Dylan volgt zijn hart.
Ook anno 2016 stelt hij sommige fans teleur. Vorige week verscheen Fallen Angels, zijn tweede album met covers van songs die Frank Sinatra ooit zong. Velen hadden liever een album met nieuwe Dylan-songs gehad. Ik ook, moet ik toegeven. Maar toch: Fallen Angels is een mooie plaat. En wie weet zijn die ‘Sinatra-albums’ de opmaat naar een nieuw meesterwerk met eigen materiaal.
Denk maar aan de jaren negentig. Aan het begin daarvan leek zijn ster gedoofd. Hij bracht – ook toen - twee verdienstelijke coveralbums uit , maar menigeen vroeg zich af of Dylan nog met nieuwe eigen songs zou komen. Maar opeens was daar in 1997 de klassieker Time Out of Mind. En daarna volgden zowaar meer meesterwerken, zoals Love and Theft (2001) en Tempest (2012). 
Kortom, met Dylan weet je het maar nooit. De man blijft aangenaam verrassen. Happy birthday, mr. Dylan!