dinsdag 30 oktober 2012

Een gift

DICHTER

Even was ik dichter
in een park in Londen
de wereld leek veel lichter

't was maar een paar seconden

ik zag er visioenen
van blauwen en van groenen
maar plotseling was het gras weer gras
en ik wist dat ik geen dichter was

(Toon Hermans, uit: Ontbijten met jou)

Bovenstaand gedicht heb ik altijd bijzonder gevonden. Waarom? Het taalgebruik is niet bijzonder; en toch weet Toon Hermans me te raken.
Eerst vertelt hij over een mogelijk spirituele ervaring. Even was hij dichter in een park in Londen. Even was hij boven zichzelf uitgetild. In een wereld die veel lichter leek, al was het maar kort ('een paar seconden').
In de volgende strofe probeert hij de ervaring te beschrijven. Het rijm doet echter wat geforceerd aan ('visioenen', 'groenen'). Ook lukt het Toon niet de mooie ervaring in woorden te vangen, zoals de beste dichters kunnen.
Maar vreemd genoeg krijgen de laatste twee regels hierdoor juist meer effect. Het gras was weer gras, 'en ik wist dat ik geen dichter was'.
Toon zet zichzelf op zijn plaats. Geen verhevenheid, wel bescheidenheid. Wellicht het besef dat de ervaring in dat park een pure genade was, niet iets wat voor het grijpen lag. Het was hem gegeven, een gift. Dit besef weet Toon, zonder zich dichter te wanen, toch op te roepen. En ja, ook dat is een gift. Aan de lezer.

vrijdag 26 oktober 2012

Gelukkig zijn. De monnik als model

Het is een handig boekje: klein formaat, harde kaft. Je kunt het zo overal mee naartoe  nemen. En dat komt mooi uit, want de inhoud is zeer de moeite waard. Ik heb het over Gelukkig zijn. De monnik als model van Hein Stufkens.
'In ieder van ons schuilt ergens een monnik', stelt de schrijver aan het begin van het boek. Aan die monnik hebben we dringend behoefte in onze jachtige, rusteloze maatschappij. Een maatschappij waar we niet terecht kunnen met het heimwee van onze ziel, 'dat diepe verlangen om thuis te komen in onszelf, onze relaties, de wereld.' Ook is onze moderne rationele westerse geest niet ingesteld op de paradoxen van ons bestaan. Vandaar dat Stufkens ingaat op deze paradoxen en hoe de monnik – ook de monnik in onszelf – hiermee omgaat.
Hij bespreekt de volgende paradoxen:

1. Alleen en samen. De monnik is enerzijds alleen, maar anderzijds totaal verbonden met de ander en met de 'bron van het Zijn.' (...) 'Hij is alleen en al-een. Daarmee wijst hij de hedendaagse mens een weg uit diens grootste neurose en angst, namelijk het gevoel fragment te zijn, een los ding in een uit andere losse fragmenten samengesteld onbekend en vreemd heelal', aldus Stufkens;

2. Vrijheid en gehoorzaamheid. Het gaat hier niet om blinde gehoorzaamheid of een bekrompen moralisme. Stufkens ziet echte gehoorzaamheid juist als bevrijding. 'Gehoorzaamheid begint bij gehoorzaamheid aan jezelf.' En dat betekent: 'Eerlijk erkennen hoe we ervoor staan in het leven en ons te durven begeven in diepgaande processen van bevrijdende omvorming.';

3. Onthechten en vieren. 'Enkel een onthecht mens kan van moment tot moment het leven in vreugde en dank aanvaarden en beleven.' Een monnik viert het leven ook. Daarbij gaat het echter niet om luxe en overdaad. 'Hij kan blij zijn met niks en dankbaar voor alles.' Ook laten we los wat ons tegenhoudt. Dat kan van alles zijn: materiële zaken, maar ook onze angsten, status, woede, wrok,enz.;

4. Levenskunst: de kunst van het sterven. Dit hoofdstuk begint met treffende citaten van François Mitterand en Sogyal Rinpoche over hoe de moderne mens de dood ontkent. Stufkens: 'Doordat we de dood niet meer aan durven te kijken zijn we ook niet meer in staat het leven smaak, zin en betekenis te geven.' Zijn advies is: 'Leef altijd in het besef dat ons leven zich afspeelt op die dunne scheidslijn tussen tijd en eeuwigheid.'


Oefeningen
Tot slot biedt dit boek een aantal oefeningen om gelukkiger te leven. Een groot pluspunt, want gaat het er immers niet om het geleerde in praktijk te brengen? Bij de eerste oefening stel je je voor dat je ergens in de natuur bent en nadenkt over de essentie van je bestaan. Vervolgens kom je een monnik tegen. Je deelt je diepste verlangen met deze persoon en wacht wat hij/zij je te zeggen heeft. Een oefening die verhelderend kan zijn, heb ik ervaren.
Andere oefeningen zijn gerelateerd aan een bepaalde paradox. Zo is er een dis-identificatie-oefening, een viering van verbondenheid en een Zonnelied-meditatie. Ook kun je oefenen in dankbaarheid door de vanzelfsprekendheid van dingen los te laten. Wees bijvoorbeeld dankbaar dat de auto het doet, dat er eten in de winkels ligt, dat je nog leeft en dat je familie en vrienden hebt.
En – in het licht van leven en dood – is er de oefening waarbij je af en toe wandelt op een kerkhof. Een vreemde plek voor een oefening? Niet als je de uitleg van de schrijver tot je laat doordringen: 'Het is een prachtige rustige plek om te mediteren over de dood, de vergankelijkheid en de nooit eindigende stroom van sterven en geboren worden.'
Zo eindigt Gelukkig zijn. De monnik als model. Het telt nog geen honderd bladzijden en toch nodigt het uit tot herlezing. Eigenlijk ben ik er nooit mee klaar.


Hein Stufkens, Gelukkig zijn. De monnik als model, uitgeverij Ankh-Hermes bv