vrijdag 10 augustus 2012

Een zomernacht

Hitte houdt mij weg van slaap
en denken houdt mij weg van dromen.
Vier uur 's nachts en ik wil buiten zijn.


Een toevlucht dan tot mijn terras
met bank en uitzicht op de nacht.
De bomen werpen schaduwen
en vangen 't ruisen van de wind
voor het schijnsel van de buitenlamp.
Hierboven sterren voor de slapelozen.


Ik houd mijn handen om een beker:
cafeïne wist de drang naar slaap uit,
maar niet de wil om stil te dromen,
niet de wil om stil te worden.


Langzaam trekt het duister weg
en elke ster verdwijnt in 't blauw.
Het daglicht komt, bewaar je droom.



'Een zomernacht' schreef ik in de zomer van 1998. Ik woonde toen boven een winkelpand in een kamer met plat dak. Erg warm dus, ook 's nachts, vandaar dit gedicht.
Dit is trouwens niet de originele versie van 'Een zomernacht': die had onder meer een andere regelvolgorde en telde vier extra regels. Schrijven is schrappen, zo blijkt maar weer.